Onvoorzichtigheid achter het stuur dat overlijden of relevante verwondingen aanleiding zullen geven tot strafrechtelijke procedures · Juridisch nieuws

De hervormingen van misdrijven als gevolg van roekeloosheid bij het besturen van voertuigen, gemaakt door LO 1/2015 en LO 2/2019, die tot doel hadden slachtoffers van misdrijven bij verkeersongevallen beter te beschermen, maakten mazen in de wet die het mogelijk maakten om roekeloos rijgedrag in de strafrechtelijke zin in te dienen ( degenen die door de rechter als minderjarig zijn geclassificeerd), zelfs als het resultaat letsel of overlijden was. Deze moeten via civiele kanalen worden gehoord, wat betekende dat je een medisch expert moest inhuren die uit eigen zak voor die expert betaalde zonder iets als compensatie te hebben ontvangen, en vervolgens een civiele rechtszaak moest beginnen met een advocaat en een advocaat.

Deze nieuwe hervorming die LO 11/2022 van 13 september aanbrengt in het Wetboek van Strafrecht komt tot stand ope legis dat in ieder geval, als de rechter of rechtbank vaststelt dat er sprake was van onvoorzichtigheid bij het besturen van een motorrijtuig of bromfiets, een ernstige overtreding werd begaan verkeersregels (d.w.z. die opgenomen in art. 76 van RDLeg. 6/2015, van 30 oktober, die de verkeerswet goedkeurt) en, als gevolg van deze overtreding, overlijden (art 142.2 CP) of relevante verwondingen ( art. 152.2 CP), moet de roekeloosheid in ieder geval worden aangemerkt als minder ernstige roekeloosheid, maar nooit als lichte roekeloosheid, zodat het objectief als een misdrijf wordt beschouwd, om deze gedragingen niet buiten het strafproces te laten.

Breng ook de volgende wijzigingen aan:

1.- De straf voor minder ernstige onvoorzichtigheid wordt uitgesplitst in een lagere straf (boete van 1 tot 2 maanden) indien het resultaat een blessure van art. Kunst. 149 (verlies of nutteloosheid van een belangrijk orgaan of ledemaat, of van een zintuig, impotentie, onvruchtbaarheid, ernstige misvorming of ernstige somatische of geestesziekte) en art. 150 CP (verlies of nutteloosheid van een niet-groot orgaan of ledemaat, of misvorming).

Het gevolg is dat de eerste van de zaken wordt berecht in een proces van kleine misdrijven waarbij het bovendien niet verplicht is zich te laten bijstaan ​​door een advocaat en advocaat.

2.- Bij misdrijven van minder ernstige nalatigheid wordt de sanctie van ontzegging van het recht om motorvoertuigen en bromfietsen te besturen verplicht, zoals in alle gevallen tegen de verkeersveiligheid.

3. De Verkeerswet wordt gewijzigd (art. 85.1 RDLeg. 6/2015, van 30 oktober) om de politie te verplichten om altijd samen met het rapport de rechter te informeren over de feiten die voortvloeien uit verkeersovertredingen met letsel of dood.

4.- Het misdrijf van artikel 142.2 CP (dood veroorzaken door minder ernstige nalatigheid begaan met een voertuig) wordt openbaar, dat wil zeggen dat de benadeelde persoon of zijn wettelijke vertegenwoordiger niet langer wordt aangeklaagd, zodat de ambtshalve rechter kan overgaan tot direct de feiten onderzoeken.

5.- De formulering van de misdaad van het verlaten van de plaats van het ongeval van art. 382 bis CP. In plaats van te verwijzen naar de verwondingen van art. 152,2 CP die, weet je, doorgestuurd naar de kunsten. 147.1, 149 en 150 CP, artikel 382 bis CP verwijst zelf specifiek naar deze laatste drie artikelen. Het verschil is dat deze verwondingen niet meer veroorzaakt hoeven te worden door minder ernstige nalatigheid, een vereiste voorzien in art. 152.2 CP, waarnaar niet meer wordt verwezen.