2020 Wijzigingen van het Internationaal Verdrag voor de controle en

RESOLUTIE MEPC.325(75) WIJZIGINGEN VAN HET INTERNATIONAAL VERDRAG VOOR DE CONTROLE EN HET BEHEER VAN BALLASTWATER EN SEDIMENTEN VAN SCHEPEN, 2004

Wijzigingen aan Regel E-1 en Bijlage I

(Inbedrijfstellingstests van ballastwaterbeheersystemen en model International Ballast Water Management Certificate)

Het Comité voor de bescherming van het mariene milieu,

Herinnerend aan artikel 38 a) van het Oprichtingsverdrag van de Internationale Maritieme Organisatie, artikel dat handelt over de taken van het Comité voor de bescherming van het mariene milieu, toegekend door de internationale verdragen met betrekking tot de preventie en inperking van door schepen veroorzaakte verontreiniging van de zee,

Tevens herinnerend aan artikel 19 van het Internationaal Verdrag voor de controle en het beheer van ballastwater en sedimenten van schepen, 2004 (BWM-verdrag), waarin de wijzigingsprocedure is vastgelegd en berust bij de Commissie voor de bescherming van het mariene milieu van de Organisatie, die tot taak heeft de wijzigingen te onderzoeken bij genoemd verdrag ter aanneming door de partijen,

Na bestudering, tijdens haar 75e Zitting, van de voorgestelde wijzigingen van het BWM-Verdrag inzake het in bedrijf stellen van testen van ballastwaterbeheersystemen en het Model Internationaal Ballastwaterbeheercertificaat,

1. Neemt, in overeenstemming met de bepalingen van artikel 19(2)(c) van het BWM-Verdrag, wijzigingen in voorschrift E-1 en bijlage I aan;

2. Bepaalt, in overeenstemming met de bepalingen van artikel 19 2) e) ii) van het BWM-verdrag, dat de wijzigingen op 1 december 2021 als aanvaard zullen worden beschouwd, tenzij vóór die datum meer dan een derde van de Partijen op de hoogte heeft gebracht de secretaris-generaal dat zij de amendementen verwerpen;

3. Nodigt Partijen uit om er nota van te nemen dat, in overeenstemming met artikel 19(2)(f)(ii) van het BWM-verdrag, de bovenstaande wijzigingen in werking treden op 1 juni 2022 na aanvaarding in overeenstemming met de bepalingen van paragraaf 2;

4. Nodig de Partijen ook uit om zo spoedig mogelijk de toepassing te overwegen van de wijzigingen van voorschrift E-1 inzake inbedrijfstellingstests op schepen die gerechtigd zijn hun respectieve vlag te voeren, rekening houdend met de "Leidraad voor inbedrijfstellingstests van ballastwaterbeheersystemen" (BWM.2/Circ.70/Rev.1), zoals gewijzigd;

5. Besluit dat de analyse die wordt uitgevoerd in het kader van de inbedrijfstellingstesten indicatief zal zijn;

6. Verzoekt de Secretaris-Generaal om voor de toepassing van artikel 19(2)(d) van het BWM-Verdrag gewaarmerkte afschriften van deze resolutie en de tekst van de amendementen in de bijlage toe te zenden aan alle Partijen bij het BWM-Verdrag;

7. Verzoekt tevens de Secretaris-Generaal om afschriften van deze resolutie en de bijlage ervan te doen toekomen aan Leden van de Organisatie die geen Partij zijn bij het BWM-Verdrag;

8. Verzoekt de secretaris-generaal voorts om de geconsolideerde gecertificeerde tekst van het BWM-verdrag op te stellen.

BIJLAGE
Wijzigingen van het Internationaal Verdrag voor de controle en het beheer van ballastwater en sedimenten van schepen

Stel E-1 in
bevestigingen

1. Paragraaf 1.1 wordt vervangen door:

.1 een eerste onderzoek van het schip dat in de vaart komt of de eerste afgifte van het certificaat vereist door voorschriften E-2 of E-3. Erkend wordt dat het in voorschrift B-1 vereiste ballastwaterbeheerplan en de bijbehorende structuur, uitrusting, systemen, toebehoren, media en materialen of procedures volledig in overeenstemming zijn met de vereisten van dit verdrag. In dit onderzoek om te bevestigen dat een inbedrijfstellingstest is uitgevoerd om de installatie van het gehele ballastwaterbeheersysteem te valideren om de goede werking van de mechanische, fysische, chemische en biologische processen aan te tonen, rekening houdend met de richtlijnen ontwikkeld door de Organisatie.

LE0000585659_20220601Ga naar Betreffende norm

2. Paragraaf 1.5 wordt vervangen door:

.5 het uitvoeren van aanvullend onderzoek, algemeen of gedeeltelijk, afhankelijk van de omstandigheden, na ingrijpende wijziging, vervanging of reparatie van structuur, apparatuur, systemen, aanhorigheden, faciliteiten en materialen, nodig om volledige naleving van deze overeenkomst te bereiken. Het onderzoek dient zodanig te zijn dat wordt gegarandeerd dat een dergelijke ingrijpende wijziging, vervanging of reparatie daadwerkelijk is uitgevoerd om het schip in overeenstemming te brengen met de eisen van dit Verdrag. Bij het uitvoeren van een aanvullend onderzoek voor de installatie van het waterbeheersysteem, in dit onderzoek bevestigen dat een inbedrijfstellingstest is uitgevoerd om de installatie van het systeem te valideren om de goede werking van de mechanische, fysische, chemische en biologische systemen aan te tonen. processen, rekening houdend met de door de organisatie ontwikkelde richtlijnen.

***

LE0000585659_20220601Ga naar Betreffende norm